logo_abp.gifAl enige maanden spreken de overheidswerkgevers en de centrales van overheidspersoneel over een aanpassing van de ABP-regeling. Deze gesprekken gaan over de middelloonregeling, geldend voor alle ambtenaren met uitzondering van de militairen. Deze aanpassing moet ervoor zorgen dat de ABP-regeling ook na 1 januari 2015, als er strengere regels gaan gelden, voldoet aan alle wettelijke eisen. Begin juli leidden deze gesprekken bijna tot een resultaat. Op het allerlaatste moment werd de onderhandelaar namens de werkgevers echter teruggefloten door zijn politieke achterban.


Op 1 januari 2015 treden nieuwe belastingregels in werking. Daaraan moeten alle pensioenfondsen, dus ook het ABP, voldoen. Binnen de wettelijke grenzen hebben pensioenfondsen en sociale partners echter manoeuvreerruimte.

De nieuwe regels zorgen voor een lagere pensioenopbouw. Inzet van de bonden tijdens het overleg was dan ook: redden wat er te redden valt. Uiteraard hadden ook de overheidswerkgevers zo hun wensen. In een lastig proces, maar wel in goed overleg, tekende zich begin juli een deal af.
Zover kwam het echter niet. Op basis van politieke overwegingen is de werkgeversonderhandelaar teruggefloten. Formeel heet dat: "Vanwege de beleidsmatige effecten en de daaraan gerelateerde uitstraling" kunnen we niet akkoord gaan. Minder cryptisch wordt er gezegd: hoewel de mogelijkheden er zijn en het geld beschikbaar is om binnen de nieuwe fiscale spelregels de negatieve gevolgen voor het pensioen van de overheidsmedewerkers beperkt te houden, kiezen wij voor een andere benadering. Niet de kwaliteit van de pensioenregeling staat voorop, maar de wens om zoveel mogelijk geld voor cao-onderhandelingen vrij te spelen. Veronderstellen dat de ambtenaar dus een deel van zijn eigen loonontwikkeling gaat betalen, is nog niet zo'n wilde gedachte.


Het overleg ligt nu tot na het zomerreces stil.