Pensioen
- Gegevens
Op 1 januari van dit jaar is de AOW-leeftijd voor de eerste keer verhoogd met 1 maand.
Ter overbrugging voor mensen met een laag inkomen die een vervroegd pensioenuitkering krijgen (VUT/FPU) en zich op deze AOW-leeftijdsverhoging niet op hadden kunnen voorbereiden, wordt een overbruggingsregeling AOW-verhoging ingevoerd.
In de AC Rijksvakbonden Pensioennieuwsbrief van maart 2013 hebben we hier ook aandacht aan besteed. Gezien de inkomenstoets hebben we daar ook gemeld dat naar verwachting ca. 85% van de mensen niets aan deze regeling hebben.
Op het verzoek van bonden aan het kabinet om iets aan deze inkomenstoets te doen, is door het kabinet gereageerd. Zo wordt het bereik van de overbruggingsregeling uitgebreid tot deelnemers met een inkomen tot 200% van het Wettelijk Minimum Loon (alleenstaande) of 300% WML voor echtparen.
Kom je ook met deze uitbreiding niet in aanmerking voor de overbruggingsregeling, dan kan je ervoor kiezen om je Ouderdomspensioen naar voren te schuiven. ABP maakt dit mogelijk. Verder is het goed te weten dat indien je wel aan de inkomenstoets voldoet voor de overbruggingsregeling AOW, de overheid je dan niet zal verplichten om je aanvullend ABP-pensioen naar voren te halen. Het ABP zal alle belanghebbenden hierover apart informeren.
- Gegevens
Opbouwpercentage pensioen
Het maximaal fiscaal gefaciliteerde percentage voor het opbouwen van de pensioenvoorziening wordt met 0,4% verlaagd. Voor een middelloon pensioensysteem zoals het ABP betekent dit dat fiscaal gezien maximaal 1,75% per jaar mag worden opgebouwd.
Overbrugging AOW
Op 1 januari van dit jaar is de AOW-leeftijd voor de eerste keer verhoogd, met een maand. Ter overbrugging voor mensen met een laag inkomen, die in een vervroegd pensioen-regeling zitten en zich hier niet op hadden kunnen voorbereiden, wordt een overbruggingsregeling AOW-verhoging ingevoerd. In reactie op het verzoek van vakbonden om deze regeling uit te breiden, zal het kabinet het bereik van de overbruggingsregeling uitbreiden tot deelnemers met een inkomen tot 200% WML (300% WML voor paren).
- Gegevens
Dekkingsgraad stijgt naar 101%
De dekkingsgraad is in het 1ste kwartaal van 2013 gestegen naar 101%, een stijging van 5%-punt ten opzichte van het 4de kwartaal van 2012. Een dekkingsgraad van 101% betekent dat ABP voor elke € 100 die het aan pensioen, nu en in de toekomst, moet uitkeren € 101 in kas heeft. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de rente en het behaalde rendement. Ook de verlaging van pensioenaanspraken per 1 april jl. leverde een bijdrage aan het herstel.
Dekkingstekort
Er is nu dus voldoende in kas om aan alle verplichtingen te voldoen, maar een buffer ontbreekt nog. Met andere woorden: er is nog steeds sprake van een dekkingstekort. De Nederlandsche Bank stelt immers dat de minimaal vereiste dekkingsgraad 104,2% moet zijn. Volgens het herstelplan moet ABP deze dekkingsgraad eind 2013 bereiken om een nieuwe verlaging van het pensioen in 2014 te voorkomen.
Pagina 14 van 15